Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen zijn in dat land, dat Ik u geve, dan [2]zal dat land [3]rusten, een [4]sabbat [5]den HEERE. 2. Anders, het land zal rusten, het zal een sabbat den HEERE zijn. 3. Te weten, van bebouwd te worden. 4. Het woord sabbat betekent rust en ophouding van enige werken. De uitwendige sabbat is in het Oude Testament geweest: I. van dagen, als van den zevenden dag en de vierdagen, Ex.20:8, boven, hfdst.23 vs.39, enz.; II. van maanden, als van de nieuwe maanden, boven, hfdst.23 vs.24; Num.28:11; III. van jaren, als hier en onder, hfdst.26 vs.35, enz. 5. Dat is, naar zijn bevel en Hem ter ere.